Stembert verhalen

1. Waar werd François Joseph Stembert geboren ?

Onderstaande oproep werd door ons gezonden aan de redactie van het kwartaalblad "Genealogie zonder Grenzen" en werd geplaatst in nummer 35 (maart 1999):

Op 30 mei 1746 trouwt te Verviers François Joseph Stembert met Elisabeth Fagard (Fagart, Fagar). Het echtpaar gaat wonen in Limbourg, waar François Joseph parochiaan was. We vermoeden dat hij identiek is met de op 9 oktober 1722 te Limbourg geboren Tossanus Franciscus Josephus, tweede zoon van Joannes Nicolas Stembert en Maria Lejeune. De oudste zoon is Joannes Natalis, geboren 6 juni 1721, de derde Quillaume Joseph, geboren op 1 november 1725. Vader Jean Nicolas is na het derde kind overleden; de moeder hertrouwt met Simon Mouton. Wederzijdse doopgetuigen maken het zeer waarschijnlijk dat zij verwant aan elkaar zijn, maar we zoeken vermeldingen in aktes tussen 1720 en 1769 van (Toussaint) François Joseph Stembert, waaruit onomstotelijk blijkt dat het een en dezelfde persoon is.

Zo'n oproep doe je pas wanneer je vast loopt en geen enkel aanknopingspunt meer hebt. Je weet dat je er dicht bij zit. Je hebt elke geboorte, huwelijk en overlijden van de Stemberts in Limbourg en omgeving onder ogen gehad, doopgetuigen van alle families met elkaar vergeleken, zoveel mogelijk DTB-aktes opgezocht, je hebt gewikt en gewogen en uiteindelijk een conclusie getrokken. Maar de onzekerheid blijft. Zijn "Françiscus Josephus" en "Tossanus Franciscus Josephus" wel dezelfde, zitten we wel op het goede spoor ?

Dat was ongeveer 10 jaar geleden, na vele uren archiefwerk van mijn broer Flip en mijzelf in Amsterdam, Brussel en Luik. Daarna werd het stil. Wij hadden het beiden druk met zakelijke beslommeringen. Aan de stamboom van de familie werd niet meer gewerkt. Reakties op onze oproep in Genealogie zonder Grenzen werden door ons uit tijdgebrek onbeantwoord gelaten. Excuses hiervoor, maar het waren ook geen antwoorden op onze vragen doch brachten slechts nieuwe onduidelijkheden.

Stembert-Lejeune
Een jaar geleden kwam de ommekeer. Surfend over het net kwam ik Theo Emke tegen met een site waarop een aanverwante stamboom stond. Later kwam ik de site van Henk de Pauw tegen. Ook zijn stamboom was aan die van de Stemberts gelinkt.

Maar plotseling was daar ook de naam Poswick. Tien jaar geleden hebben mijn broer en ik de archiefdossiers van de notarissen Poswick en Poswick fils doorgenomen op zoek naar de in bovengenoemde oproep vermelde aansluitingszekerheid.

Het intikken van de zoeknaam "Poswick" gaf iets terug waardoor de adreline door mijn aderen ging stromen. Ene Guy Poswick bleek een schrijver/onderzoeker, die o.a. geschreven had: "Pierres tombales et épigraphie de Limbourg" en dit boek bleek door een mevrouw uit Aken gefotografeerd en op haar website geplaatst te zijn. In de inhoudsopgave stond voor mij zwart op wit: Stembert-Lejeune.

Pierres tombales et épigraphie de Limbourg
Dit boek is een uitgave uit de reeks "Archives Verviétoises", nl deel VII. Het is een verslag van het onderzoek van de schrijver naar de in 1957 - bij een restauratie - onder kerkbanken ontdekte grafstenen in de katholieke kerk van het zeer oude stadje Limbourg, genaamd "l'église Saint-Georges". Grafsteen nummer 9 was van Jean Nicolas Stembert (1694 - 1726) en zijn echtgenote Marie Le Jeune (1690 - 1760). Guy Poswick vermeldt ook de kinderen van dit echtpaar en dus ook de tweede zoon, namelijk:

Francois Joseph Toussaint (1722 - 1769), getrouwd met Elisabeth Fagard.

Guy Poswick beschrijft eveneens het wapen van Jean Nicolas Stembert, oud burgemeester van het stadje Limbourg, en wel als volgt:

STEMBERT: Coupé, d'(azur) à deux étoiles à 6 rais d'(or), et d'(argent) au lion de (queules). Cimier: une étoile de l'écu.

Dit wapen is op de betreffende grafsteen gebeiteld. Het is echter ook verwerkt in een gebrandschilderd raam aan de Noordzijde van de kerk (vitrail Nord).

De kerk blijkt op dit moment weer in restauratie te zijn en is voor het publiek niet toegankelijk. Met de pastoor van de kerk konden mijn broer en ik echter een afspraak maken om de kerk te bezoeken en dat op 1 september 2004 zijn wij in de kerk geweest. De kerk bleek van buiten reeds prachtig gerestaureerd te zijn. Van binnen was de kerk echter geheel ontdaan van het interieur. Het was duidelijk dat de restauratie van het interieur van de kerk waar mogelijk buiten de kerk plaats vond. De Zuidzuide was reeds voor een groot deel klaar, de glas-in-lood ramen waren weer teruggezet en de staties hingen aan die zijde (welliswaar ingepakt) weer aan de muren. De Noordzijde was alleen voorzien van blanke voorzetramen. De banken van het middenschip stonden er nog, en juist daaronder bevond zich onze grafsteen, waardoor Wij er niets van hebben kunnen zien.

We zullen dus moeten wachten tot de kerk weer volledig is gerestaureerd en dat zal nog wel even duren.

terug

2. De "van der Ham"-men.

De oudst ons bekende "van der Ham" treedt ons tegemoet vanaf zijn bidprentje en vanaf de huwelijksakte van zijn zoon Jacob, mijn overgrootvader "Adrianus". Hij is geboren in Voorburg op 4 september 1823 en overleed in Wassenaar op 19 maart 1909 (bron: bidprentje). Bij het huwelijk van zoon Jacob op 10 november 1892 was hij dus al 69 jaar oud en hij overleed 16 jaar later, 85 jaar oud. In de huwelijksakte wordt zowel hij als grootvader Jacob "landbouwer" genoemd.

Volgens de mondelinge overlevering binnen de familie bezat Adrianus een boerenhoeve gelegen binnen de huidige driehoek Berkheistraat, van Zuilen van Nijeveltstraat, Storm van 's-Gravenzandeweg onder de rook van het landgoed Duinrell. Als bijzonderheid werd verteld dat na een storm in de schuur aangespoeld wrakhout en goed werd aangetroffen en eenmaal zelfs een lijk.In hoeverre hij maar gewoon "jutter" was of in opdracht aan strandvonderij deed, is nooit duidelijk geworden.

In genoemde huwelijksakte wordt ook vermeld dat Jacobs moeder, Geertruida Ruygrok, was overleden. De oude Adriaan zou vier maal getrouwd zijn geweest. Bekend is dat minstens één van zijn echtgenotes ook enige kinderen heeft meegebracht. Niet bekend is of grootvader Jacob nog eigen broers of zusters heeft gehad. Verder blijft in het duister of de oude Adriaan al zijn vrouwen heeft overleefd. Gezien zijn hoge ouderdom is dat niet onmogelijk. Bij afwezigheid van eigen broers en zusters zou grootvader Jacob dan zijn enige nazaat zijn geweest.

Nog een bijzonderheid over de oude Adriaan: binnen de familie ging hij door voor een bijzonder vroom mens, waarbij ondermeer zijn dood werd aangehaald. Hij werd dood in zijn koeienstal gevonden met zijn rozenkrans rond zijn vingers. Op zijn bidprentje staat vermeld: "dat de kwaal der blindheid hem overkwam". Het verhaal gaat dat hij daardoor gevallen is, maar nog kans zag zijn rozenkrans te pakken.

Grootvader Jacob en grootmoeder Margaretha van Rijn trouwden op 10 november 1892. Hij was 26 jaar en zij 23 jaar oud. Er moeten 8 kinderen geboren zijn. Ik kan er maar 7 thuisbrengen t.w.:
Geertruida, mijn moeder, in 1894,
Josepha in ?,
Maria in 1900 (zie bidprentje),
Jacob in 1906 (zie bidprentje),
Adriaan in 1908 (?),
Arie in 1909 (?)
en
Piet in 1910 (?).

Op de verschillende akten werd als beroep van grootvader vermeld:
huwelijksakte (1892): landbouwer,
geboorte-akte van mijn moeder (1894): winkelier,
huwelijksakte van mijn ouders (1916): bloemistknecht,
overlijdensakte van mijn moeder (1918): winkelier.

Als woonadressenwerd gegeven:
geboorte-akte van mijn moeder (1894): wijk B no 315,
mijn geboorte-akte (1916): Molenstraat no 7.

Het verband tussen de genoteerde beroepen en de woonadressen is als volgt:
Vast staat dat mijn grootouders een kruidenierszaak dreven aan de Molenstraat. Als peuter van 3 en 4 jaar woonden mijn broertje en ik na de dood van mijn moeder bij Opa en Oma. Ik heb vaak een greep gedaan in de koekjestrommels in de winkel. Vermoedelijk is wijk B 315 de oude benaming van de Molenstraat. "Winkelier" is hiermee verklaard. Vast staat ook dat grootvader tuinman was op een landgoed langs de Rijksstraatweg (Hartenkamp?). In mijn geheugen ligt ook vast dat ik enige malen met hem mee mocht en daar mocht spelen met andere kinderen van het personeel. Waarmee "bloemistenknecht" is verklaard. Vermoedelijk was dit een bijverdienste. Bij zijn huwelijk was hij "landbouwer". Zijn vader was toen al 68. Het kan best zijn dat hij tot na diens dood in 1909 de boerderij geleid heeft. In het begin van de twintiger jaren kochten zij een nieuw gebouwde woning aan de Kerkstraat 47. Zij hebben daar hun 35-jarige bruiloft in 1927 gevierd en grootvader is daar ook in 1930 gestorven. In die tijd was hij ook agent en bezorger van de Leidse Courant in Wassenaar.

Ongetwijfeld heeft grootvader e.e.a. van zijn vader georven. Wat precies zal opgezocht moeten worden. Bekend is dat mijn grootouders tijdens hun leven de volgende eigendommen hadden:
1. De winkel met woning Molenstraat 7,
2. Twee woningen aan de Oostdorperweg (68-70?). In een daarvan woonden mijn ouders,
3. De woning Kerkstraat 47,
4. Twee of vier woningen aan de Amonslaan te Wassenaar.


Bij de dood van grootmoeder in 1958 waren daar nog van over de Kerkstraat en de Oostdorperweg. Zij zijn toen verkocht en brachten, na aftrek van hypotheekschuld en de gebruikelijke kosten, netto ƒ 14.000,-, op, welk bedrag gelijkelijk is verdeeld tussen mij en mijn 3 nog in leven zijnde ooms.
Uit de opbrengst van het onroerend goed, de kruidenierswinkel en de bijverdienste hebben mijn grootouders zich financieel behoorlijk kunnen bedruipen. Dit gold zelfs tot aan de dood van grootmoeder in 1958. Eerst de laatste twee jaar van haar leven genoot zij ook AOW. "Van Drees trekken" heette dat toen.

Overgrootvader Adrianus zou vier echtgenotes overleefd hebben. Maar waren het er wel vier ? Was grootvader Jacobus bij de dood van zijn vader als enige nazaat over ? Als dit allemaal zo is, is er sprake van een zekere tragiek in dat opzicht. Daar is ook sprake van in het gezin van mijn grootouders. Bij de dood van grootvader in 1930 waren nog slechts 3 van de 8 kinderen in leven. Drie dochters en een zoon zijn op jonge leeftijd aan tbc overleden. Vooral de dood van mijn moeder op 24-jarige leeftijd als gevolg van de "Spaanse griep", een ziekte die heerste aan het einde van de eerste wereldoorlog, en de zorg daarna voor mijn broertje en mij, hebben hun sporen nagelaten.

Lisse, maart 1990, F.J. Stembert.

Naar aanleiding van de vraagtekens in bovenstaand verhaal volgt hieronder nog wat aanvullende gegevens:

Adrianus van der Ham huwde te Wassenaar 3 maal en wel

op 25 april 1856 met Geertruida (Geertje) van der Meer, geboren te Wassenaar op 10 oktober 1827, overleden te Wassenaar op 11 november 1862, 35 jaar oud. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen in Wassenaar gevonden.

op 27 mei 1863 met Geertruida Ruijgrok, geboren te Wassenaar op 10 oktober 1829, overleden te Wassenaar op 4 januari 1871, 41 jaar oud. Zij was een dochter van Jan Ruijgrok. Uit dit huwelijk zijn te Wassenaar 5 kinderen geboren, te weten: Leonardus Simon (* 12-5-1864, + 5-2-1872), Agatha (*11-7-1865, + 4-9-1865), Jacobus (zie hieronder), Johannes (*24-6-1867, + 16-1-1869) en Adrianus (*16-8-1868, +22-3-1874). Vier zijn er dus jong gestorven, alleen Jacobus trouwt en krijgt kinderen.

op 7 september 1883 met Adriana van der Helm, geboren te Wassenaar op 3 mei 1841 en overleden te Wassenaar op 4 februari 1910. Ook uit dit huwelijk zijn in Wassenaar geen kinderen gevonden.

Een vierde huwelijk van Adrianus van der Ham - waar mijn vader gewag van maakte - is in Wassenaar niet gevonden. Het kan zijn dat hij in Voorburg nog een huwelijk heeft gehad.

Zoon Jacobus van der Ham werd te Wassenaar geboren op 22 juli 1866. Hij overleed te Wassenaar op 26 september 1930. Hij huwde te Sassenheim op 10 november 1892 met Margaretha van Rijn (mijn Opoe Ham), geboren te Sassenheim op 24 februari 1869 en overleden te Voorhout op 22 juni 1958. Zij was een dochter van Arnoldus van Rijn en Maria (Marijtje) Kleyhorst.
Uit dit huwelijk zijn inderdaad 8 kinderen in Wassenaar geboren, en wel:

1. Geertruida Maria (geertje) (mijn Oma, * 17-7-1894, + 1-9-1918, 24 jaar oud),
2. Arnoldus Nicolaas (* 5-12-1896, + onbekend),
3. Maria Johanna (* 26-4-1899, + 27-1-1913 te Wassenaar, 13 jaar oud),
4. Johanna Maria (* 22-8-1901, + 8-4-1923 te Wassenaar, 21 jaar oud),
5. Jacobus Johannes (* in 1906, + 21-4-1922 te Wassenaar, circa 16 jaar oud),
6. Adriaan (* circa 1908, getrouwd met ?, woonde het laatst in Den Helder, + circa 1970)
7. Arie (* circa 1909, getrouwd met tante Annie, woonde te Wassenaar, + circa 1980)
8. Piet (*circa 1910, 2 x gehuwd, een zoon Rob, woonde het laatst in Arnhem en was ondernemer, + circa 1980)

Geertruida van der Ham trouwde met mijn opa, Franciscus Philippus Stembert. Zij kregen 2 kinderen, nl Franciscus Josephus (mijn vader Frans * 13-10-1916 te Wassenaar, + 14-9-1991 te Lisse, 74 jaar oud) en Jacobus Adrianus Stembert (* 18-3-1918 te Wassenaar, + 12-2-1927 te Den Haag, 8 jaar oud).

Lisse, september 2004. René Stembert.

terug

3. Tante Lies en haar wedervaren.

De Hortuslaan 11 te Sassenheim was vanouds (1891) het domicilie van het echtpaar Weijers - de Pauw en hun 10 kinderen uit beider echt en eerdere huwelijken.
Tante Lies is nooit getrouwd geweest. Zij heeft haar moeder en stiefvader tot aan hun dood in respectievelijk 1933(?) en 1927 verzorgd. Zij was agente en bezorgster van de Leidse Courant in Sassenheim en had als zodanig wat eigen inkomen.

Tot in de eerste oorlogsjaren heeft zij verder alleen gewoond in de Hortuslaan. De Duitsers evacueerden Katwijk en verspreidden de evacuées over de omliggende gemeenten. Sassenheim ontruimde de Hortuslaan voor de opvang van deze evacuées. Tante Lies trok toen in bij Opoe Ham die toen op de Kerklaan no 30 woonde.

Na de oorlog kwam de Hortuslaan weer vrij voor haar oorspronkelijke bewoners. Tante Lies betrok weer no 11 en Opoe Ham trok bij haar in. In 1956 hebben we Opoe Ham overgebracht naar Huize Agnes in Voorhout waar zij in 1958 overleed.

De Hortuslaan werd in het begin van de zestiger jaren afgebroken. Tante Lies werd opgenomen in de Bernardus, waar zij een kamer deelde met twee andere oudjes.

Wat er met haar inboedel gebeurd is, is een vraagteken. Maar de nichtjes, zeker Annie, zullen daar wel meer van weten.

Lisse, februari 1990. F.J. Stembert.

terug

4. Tante Lies en haar nichtjes.

Jo en Annie van Rijn waren de lievelingsnichtjes van Tante Lies (Alice B.J.M. Stembert, geboren te Amsterdam 31 maart 1882).Zij waren dochters van Josephina Hillegonda Weijers, geb. 17-11-1892 en Arnoldus Petrus van Rijn, geb.22-10-1893. Josephina Weijers was een halfzus van Tante Lies.

Jo had in de tweede wereldoorlog verkering met een duitse soldaat. Zij is daar ook mee getrouwd nog in (?) of kort na het einde van de oorlog. Zij vestigde zich in Duitsland niet ver over de nederlandse grens (?).

Annie trouwde na de oorlog met een politieman uit Heemstede of Bennebroek (?).

Mogelijke familie-herrinneringen in het bezit van Tante Lies zijn na haar dood rond 1966 vermoedelijk naar nichtje Annie gegaan (?).

Lisse, februari 1990. F.J. Stembert.

terug

5. Een grafsteen en wapen van Jean Nicolas Stembert (1694 - 1726).

Uit: PIERRES TOMBALES et EPIGRAPHIE de LIMBOURG, auteur Guy Poswick.

9. STEMBERT - LE JEUNE.

Pierre calcaire.

Afbeelding grafsteen


Hauteur : 1,87 m. ; largeur: 0,95 m.
STEMBERT: Coupé, d’(azur) à deux étoiles à 6 rais d' (or), et d'(argent) au l’ion de (gueules). Cimier : une étoile de l’ écu.
LE JEUNE. Il est bien malaisé de lui attribuer des armoiries. Avec beaucoup de bienveillance, on pourrait blasonner: de... à la croix rétrécie d... et au sautoir rétréci et alésé d... dont manque le bras supérieur dextre.

Jean-Nicolas Stembert. baptisé à Limbourg, le 12 septembre 1694, y trépassa le 5 juin 1726. Il s'était allié, le 13 maî 1720, à Marie Le Jeune, (fille de Pirquet et de Marguerite Henrot) baptisée à Limbourg le 19 février 1690, y décédée le 6 juin 1760. Celle-ci convola à Limbourg, le 15 Juillet 1727 avec Simon Mouton, fils d'Arnold et de Marie Xhoffray.
Du mariage Stembert-Mouton (noot 1) sont nés trois enfants:
1) Jean-Noël, baptisé à Limbourg le 6 juin 1721. En 1733, i1 était élève au Collège St-Bonaventure, tenu par les Pères Récollets à Verviers.
2) François-Joseph-Toussaint, baptisé à Limbourg, le 9 octobre 1722, y décédé le 22 mars 1769. Il avait épousé à Verviers, le 28 mai 1746, Elisabeth Fagard.
Des huit enfants nés de cette union, l’un, Simon-Joseph Stembert, baptisé à Limbourg, le 25 février 1758 (noot 2), fut curé de Thimister jusqu'en 1809.
3) Guillanme-Joseph Stembert, bourgmestre de Limbourg de 1767 à 1769, en 1776 et 1777 et en 1784 et 1785.
Baptisé à Limbourg le ler novembre 1725, il y mourut le 13 Janvier 1794. Il épousa à Goé, le 5 septembre 1761, Marie-Jeanne-Catherine de Champs, (fille de Jean-Baptiste et de Jeanne-Elisabeth Adam), baptisée à Goé le 31 janvier 1739.
Elle lui donna sept enfants, dont les quatre derniers furent :
d) Marie-Elisabeth, baptisée à Limbourg le 29 mai 1769, décédée à Dolhain 1e 8 mai 1827. Elle s'était unie dans l’église des Récollectines à Dolhain, le 4 (ou le 14) mai 1795, à Mathieu-Joseph-François Thimus, (fils de Jean-François et de Barbe-Monique Marcq) né à Dolhain le 2 mai 1768, y décédé le 31 janvier 1832.
Il fut maïeur de la Cour foncière de St-Jacques à Bilstain, maïeur de Groules, de Bougnoux et de Neuberg, drossard de Walhorn, administrateur provisoire (désigné par les Français) de la ville de Limbourg en 1792, maire de Limbourg en 1794, démissionnaire le 8 germinal an II, membre des Etats de la province de Liège en 1827.
e) Jeanne-Joseph, baptisée à Limbourg le 11 juin ou le 11 juillet 1772, morte à Liège le 23 février 1849. Elle avait épousé à Dolhain, église des Récollectines, le 13 janvier 1801, Jean-François-Joseph Thimus (frère aîné du précédent) né à Dolhain, baptisé à Limbourg, le 22 février 1761, y décédé le 16 novembre 1817.
Il fut échevin de Goé en 1784, maïeur de Goé de 1791 à 1794, échevin de la Haute Cour de Limbourg en 1794, juge de paix du canton de Limbourg en 1802, président du conseil municipal de Limbourg en 1803. députéauxEtats de la province de Liège.
f) Guillaume-Joseph, baptisé à Limbourg le 30 mars 1774, décédé à. Dolhain le 13 avril 1858. Il fut plusieurs fois bourgmestre de Limbourg de 1817 à sa mort. Il fut aussi membre du Conseil provincial de Liège et chevalier de l’Ordre de Léopold. Il avait épousé à Limbourg, le 15 janvier 1801, Marie-Anne-Joseph (de) Neuville (fille de Pierre-Denis et de Marie-Catherine-Joseph Kaison) née à Verviers le 31 décembre l784.
g) Anne-Marie-Joseph, baptisée à Limbourg, le 1 mai 1776, décédée à Dolhain le 13 (ou le 15 mai 1883. Elle s'était unie, le 7 novembre 1810, à Charles-Nicolas-Fr. Jos. Delcour, fabricant de draps, baptisé à 'Limbourg le 6 juin 1782, fils de Jean-Baptiste et de Marie-Thérèse Thimus.
Leur fils, Jean-Baptiste Delcour, né à Limbourg le 4 septembre 1811, décédé à Louvain le 28 novembre 1889, fut professeur à l'université catholique de cette ville, ministre de l’intérieur de 1870 à 1878, puis Ministre d'Etat.

La généalogie de la très vieille famille de Stembert est extrêmement touffue et compliquée. Personne, sauf pensons-nous M. J. J. le Pas, n'en a entrepris l'étude approfondie.
Contentons-nous de rappeIer que Nicolas-Joseph Stembert-Le Jeune, eut pour arrière grand-père:
I. – Nicolas-Lambert de Stembert, époux de Marie Hubert.
Ils eurent :
II. -Noël-Nicolas de Stembert, de Verviers, époux d’Anne Le Mercier,fille de Jehan et de Jehanne le Pas de Sécheval, (veuve de Jean-Guillaume de Polleur).
Parmi leurs enfants : III.–Jean-Noël Stembert, baptisé à Verviers le 13 mai 1655, décédé à Limbourg le 17 octobre 1699. Il s'était uni à Verviers, le 2 mai 1676, à Helluy Henrard (fille de Simar et de Helluy Mensior), qui convola à Limbourg le 6 fêvrier ou le 6 avril 1701, avec Léonard de Visez.
Ils eurent dix enfant, dont :
1) Noël-Guillaume, baptisé à Verviers le 2 février 1677, vicepasteur de Bilstain, y décédé le 3 juillet 1749. Eug. Poswick a relevé sa pierre tombale armoriée dans l'église de ce village.
2) Simar, baptisé à Verviers 1e 28 août 1678, mort à Limbourg le 26 avril 1743, bourgmestre de Limbourg en 1722 - 1723. Ils avait pris pour femme Marie Geron, fille de Toussaint-Léonard et d'Anne-Marie Lange, dont il a été question à la notice 5. Leur fille aînée, Marie-Hélène, baptisée à Limbourg le 7 octobre 1704, épousa Jean-Joseph Carondelet. Ils sont cités à la notice 7.
10) Jean-Nicolas Stembert, époux de Marie Le Jeune, qui font l'objet de la présente notice.

Noot 1: Hier maakt Guy Poswick duidelijk een schrijffout. Het moet niet zijn het echtpaar Stembert-Mouton, maar het echtpaar Stembert-Le Jeune.
Noot 2: Dit geboortejaar klopt niet. Dit moet zijn "1756".


Naschrift
Tot zover het verhaal van Guy Poswick in zijn Pierres Tombales (grafstenen) et Epigraphie de Limbourg. Dit boek is een uitgave in de serie Archives Verviétoises, namelijk deel VII. Poswick verwijst in bovenstaand verhaal naar andere hoofdstukken (notice 5 en notice 7) waar de grafstenen van aan onze familie gerelateerde families worden behandeld.
Een afbeelding van de grafsteen van het echtpaar Stembert-Lejeune is opgenomen onder de volgende link:
(grafsteen nr 9).
Een plattegrond van de kerk St Georges te Limbourg met de plaats van de betreffende grafsteen staat onder de volgende link: (plattegrond).

Lisse, september 2004. René Stembert.

terug